U krijgt de komende weken of maanden een uitnodiging voor de corona-boostervaccinatie. Deze uitnodiging komt van de GGD of uw werkgever. Deze organisaties voeren de vaccinatie uit, de trombosedienst vaccineert niet.
De injectie gaat in de spier. Dit kan ook veilig bij het gebruik van bloedverdunners als op het moment van de injectie de INR lager dan 3.5 is. Op de prikplek in de arm kan eventueel na de injectie een blauwe plek optreden. Na de vaccinatie wordt de INR na 1-2 weken gecontroleerd, dit om na te gaan of er invloed op de INR is na de injectie.
Mocht u zich laten vaccineren dan vragen wij van u:
De bovenstaande maatregelen zijn in overeenstemming met de adviezen van het RIVM en de Federatie Nederlandse Trombosediensten (FNT).
Voor meer informatie zie www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/vaccins
Alle vragen met betrekking tot het zelfmeten zijn opgenomen in de Informatiemap Zelfmanagement voor patiënten op de pagina Zelfmanagement.
Bij bereikbaarheid vindt u alle informatie over de telefonische bereikbaarheid van de trombosedienst.
Uitsluitend op medische indicatie kan de behandelend arts of huisarts de trombosedienst verzoeken om aan huis te komen prikken. Als wij aan huis komen prikken kunt u de medewerker van de trombosedienst tussen 7.30 uur en 15.00 uur verwachten. Een afspraak maken voor een huisbezoek op een bepaalde tijd is helaas niet mogelijk.
Als wij aan huis komen prikken kunt u de medewerker van de trombosedienst tussen 7.30 uur en 14.00 uur verwachten. In geval van een van calamiteit (veel zieke medewerkers, sterke vertraging in het verkeer etc.) kan het gebeuren dat de medewerker later dan 14.00 uur bij u komt. Als de medewerker na 14.00 uur nog niet is geweest, kunt contact opnemen met de trombosedienst.
Hebt u een afspraak op een bloedafnamepost, maar bent om een dringende reden niet in staat om te komen of wordt u aan huis geprikt, maar zult u niet aanwezig zijn, bel ons tijdig op zodat er voor u een andere afspraak geregeld kan worden.
Het advies voor polipatiënten is om - indien mogelijk - uit te wijken naar een (andere) bloedafnamepost in de buurt.
Voor het zoeken en vinden van een bloedafnamepost, kunt u de website raadplegen via het knopje Bloedprikken openingstijden en Bloedprikken locaties.
Voor huispatiënten zal een andere afspraakdatum worden afgesproken.
Weet u van te voren op welke dag u verhinderd bent, geef dit dan door als u geprikt wordt of stuur ons een mail. Wij blokkeren dan die dag voor een afspraak.
Als u een afspraak niet heeft afgezegd, kunnen wij een bedrag van 20 euro in rekening brengen ( dit wordt niet vergoed door de zorgverzekering).
De trombosedienst handelt altijd in opdracht van een arts. Dat betekent dat de behandelend specialist of huisarts bepaalt wanneer er gestart of gestopt wordt met de antistollingsbehandeling. Voor vragen over de duur van de behandeling kunt u terecht bij deze arts.
Als u mag stoppen met de antistollingsbehandeling geeft de arts dit door aan de trombosedienst. Soms verzoekt de arts u het stoppen (vaak via een receptbriefje) zelf aan de trombosedienst te melden. Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk doorgeven en het betreffende(recept) briefje verstrekken aan de trombosedienst?
Hebt u vragen over de behandelingsduur, raadpleeg dan uw behandelend specialist of huisarts hierover.
De taak van de trombosedienst is het geven en bewaken van een juiste antistollingsbehandeling. Dit houdt in dat we aan de hand van de bloeduitslagen bepalen hoeveel tabletten u moet innemen. Maar dat niet alleen: als u een ingreep / operatie moet ondergaan, is het heel belangrijk dat de antistolling op de juiste manier wordt geregeld. Ook tijdens opname kan de trombosedienst de nodige informatie verstrekken aan het ziekenhuis.
De trombosedienst beslist dus niet over al of niet stoppen van de antistollingsbehandeling. Wel kunt u ons om een algemeen advies vragen over de geschatte behandelingsduur.
Wij adviseren u de antistollingstabletten op een vast tijdstip na 18.00 uur in te nemen. Houd u nauwkeurig aan het voorgeschreven aantal tabletten, zoals aangeven op de doseerkalender.
Als u er achter komt dat u de tabletten vergeten bent in te nemen, neem dan tijdens kantooruren contact op met de trombosedienst voor advies. Ook bij twijfel over het gebruik van de doseerkalender, kunt u ons gerust bellen. U kunt ook onze medewerker vragen om de kalender nog een keer uit te leggen, als u weer geprikt wordt.
De kalender wordt ook duidelijk uitgelegd in het patiënten- informatieboekje wat u op deze site kunt vinden. Het verkeerd gebruik van de doseerkalender, waardoor u niet het juiste aantal tabletten inneemt, kan gevaarlijk zijn.
Zijn uw antistollingstabletten bijna op, vraag dan op tijd een nieuw recept aan uw huisarts of specialist. De tabletten kunt u met dit recept ophalen bij uw apotheek.
Als u vergeten bent uw tabletten in te nemen, en u merkt dit dezelfde avond nog, neem dan alsnog de voorgeschreven dosering in.
Ziet u de volgende ochtend voor 12.00 uur, dat u de vorige dag uw tabletten vergeten hebt in te nemen, bel ons dan op. Wij adviseren u over het aantal tabletten dat u alsnog in kunt nemen. Komt u er pas de volgende avond achter dat u de dag ervoor niets heeft ingenomen, dan raden wij u aan om hiervan een notitie te maken op uw doseringsbrief en dit bij de eerstvolgende controle door te geven.
Een wisselende INR kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld door koorts, diarree en bijkomende ziekten of het gebruik van een nieuw medicijn, bijvoorbeeld een antibioticum. Ook kunnen veranderingen in het dieet, in het gebruik van alcohol, stress of emotionele gebeurtenissen van invloed zijn. Ook een onregelmatige inname van de antistollingstabletten kan een oorzaak zijn. Soms is de reden van de schommeling niet (direct) verklaarbaar.
Het is belangrijk om de antistollingstabletten op een vast tijdstip in te nemen. Wij adviseren dit na 17.30 uur te doen, omdat altijd de mogelijkheid aanwezig is dat de dosering op de dag van de INR-controle gewijzigd moet worden, wij bellen u dan op daarover.
Bovenstaande maakt duidelijk dat het dus heel belangrijk is om veranderingen aan ons door te geven en op de INR te (laten) meten.
U kunt uw doseerkalender ook online inzien. Op de website www.lab-west.nl kunt via het knopje Trombosedienst Doseerkalender middels het intikken van uw patiëntnummer (8 cijfers) en de pincode uw actuele doseerkalender inzien. De gevraagde gegevens (patiëntnummer en pincode) voor het inloggen staan op uw doseerkalender (rechts boven).
Indien uw e-mail-adres bekend bij ons is, krijgt u automatisch bericht dat u uw doseerkalender na 18.00 uur kunt inzien en of uw dosering op de dag dat u gecontroleerd bent is gewijzigd. Als u heeft geen nieuwe doseerkalender via de post hebt ontvangen, kunt u ons de dag nadat u gecontroleerd bent, bellen of mailen.
Indien u start of stopt met medicijnen, dan kunt u dit tijdens de controle aan de medewerker meedelen. Is de controledatum binnen een week na starten of stoppen, dan kunt u het bij de controle aan de medewerker zeggen. Wordt u later gecontroleerd dan graag telefonisch of per e-mail aan ons doorgeven.
Soms is een extra controle noodzakelijk, omdat er invloed kan zijn op de stollingstijd. Indien de apotheek aangeeft de nieuwe medicijnen te faxen naar de trombosedienst dan hoeft u de trombosedienst niet direct te informeren en kunt u de medicijnen bij de volgende afspraak doorgeven.
In verband met de vaak noodzakelijke controle vooraf is het raadzaam de ingreep bij voorkeur niet op maandag af te spreken.
Geef de datum van de ingreep, soort ingreep, naam van de behandelend arts en in welk ziekenhuis de ingreep zal plaatsvinden ruim van te voren (minimaal 1 week) door aan de trombosedienst.
De behandelend arts dient een ingrepenformulier in te vullen en naar de trombosedienst te faxen. Op dit formulier dient aangegeven te zijn welke INR-waarde gewenst is en of overbrugging met heparine-spuitjes noodzakelijk is. In principe zijn de artsen op de hoogte van de geldende procedure, maar u kunt uw behandelend arts ook hierop attenderen. Een ingrepenformulier is ook op de website via knopje Professionals te downloaden.
Wanneer u een grote of kleine operatieve ingreep moet ondergaan, of wanneer u naar de tandarts gaat, is het van groot belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over het gebruik van de antistollingsmiddelen. Meld daarom altijd aan uw behandelend arts of tandarts dat u een antistollingsmiddel gebruikt en wat de naam is van dit middel. U krijgt van uw behandelend arts of van de trombosedienst te horen of en hoe lang u moet stoppen en of u van te voren gecontroleerd moet worden. Ook als u niet hoeft te stoppen met de inname van de antistollingstabletten, is het toch belangrijk om dit door te geven. want Bij een te hoge INR-waarde zal de ingreep niet uitgevoerd kunnen worden. Als u de ingreep bijtijds hebt doorgegeven vindt u deze aangepaste dosering (ook) terug op de doseerkalender.
Op de dag van de ingreep mag u, indien er geen complicaties zijn, ’s avonds weer beginnen met de antistollingstabletten,
Cardioversie
Indien u een cardioversie moet ondergaan dient uw INR, gedurende minimaal 3 a weken binnen het streefwaardegebied te liggen.
Voor een tandheelkundige behandeling is het in bepaalde gevallen voor de tandarts / kaakchirurg mogelijk om de ingreep met behulp van het ACTA-protocol uit te voeren. Bij de toepassing van dit protocol is het niet nodig om met dedeantistolling te stoppen. Geef altijd de datum van de ingreep, de aard van de ingreep en de naam + telefoonnummer van de tandarts/ naam + ziekenhuis van de kaakchirurg aan ons door.
Vaccinaties /injecties
Vaccinaties en Injecties in de spieren moeten zoveel mogelijk worden vermeden in verband met de kans op een spierbloeding. Alle vaccinaties kunnen onderhuids worden gegeven. Mocht een injectie van een geneesmiddel toediening in spier of gewricht toch noodzakelijk zijn, neemt u dan contact op met de trombosedienst voor aanpassing van de antistollingsbehandeling.
Tatoeage, pedicure
Het laten zetten van een tatoeage of een bezoek aan de pedicure is op zich geen probleem. De INR mag echter niet te hoog zijn. Stel de trombosedienst op de hoogte, dan kan de dosering aangepast worden, indien nodig. Als u kort geleden een trombose hebt gehad, kunt u het zetten van de tatoeage beter uitstellen.
Bij ernstige (spoedeisende bloedingen, zoals veel en grote blauwe plekken, ernstige bloedneus, sterk bruin/rood gekleurde urine, zwarte ontlasting, ophoesten en braken van bloed of ander abnormaal ernstig bloedverlies, is het verstandig om zo spoedig mogelijk met de huisarts of diens vervanger contact op te nemen. Ook vragen wij u om de trombosedienst hiervan op de hoogte te stellen.
Bij alle bloedingen aub de trombosedienst informeren, wij adviseren u wat te doen:
Bijvoorbeeld:
Antistollingsmiddelen zoals fenprocoumon en acenocoumarol kunnen via de placenta het ongeboren vrucht bereiken en aangeboren afwijkingen veroorzaken. Dat geldt met name tijdens de eerste 16 weken van de zwangerschap. Daarna is het risico kleiner. Heparine en laag moleculair gewicht heparine (LMWH), toegediend via een onderhuidse injectie, passeren de placenta niet en kunnen tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Bij zwangerschapswens moet u contact opnemen met uw huisarts of specialist en de trombosedienstarts informeren. In onderling overleg zal het beleid worden vastgesteld. Als u fenprocoumon gebruikt,moet dit worden omgezet naar acenocoumarol. Acenocoumarol werkt kortdurend en is snel uit het bloed verdwenen.
Zodra u over tijd bent, moet een zwangerschapstest worden gedaan. Bij een vastgestelde zwangerschap zal de acenocoumarol tijdelijk gestopt worden en kan de antistolling via de specialist of huisarts geregeld worden met heparine of LMWH. Dit moet in ieder geval voortgezet tot het eind van de 16e zwangerschapsweek. Daarna kan van de 17e week tot de 36e week eventueel weer acenoucoumarol worden gebruikt. Vanaf de 36e week moet weer heparine of LMWH worden gebruikt tot de bevalling.
Na de bevalling kan in overleg met uw huisarts of specialist de behandeling met het antistollingsmiddel hervat worden.
Ja, borstvoeding mag worden gegeven. De baby heeft dan gedurende de eerste drie maanden extra vitamine K nodig (zoals alle baby’s die borstvoeding krijgen). Overleg hierover met uw kinderarts of arts van het consultatiebureau.
Dat is mogelijk, maar het is belangrijk om dit altijd van te voren te overleggen met uw arts. Als de trombose kort geleden opgetreden is, kunnen frequente controles nodig zijn, ook op vakantie-adres. Dat is wel iets om te bespreken met uw arts en met de trombosedienst.
Wanneer u met vakantie gaat, verzoeken wij u dit ruim van te voren te melden. De trombosedienstarts zal zoveel mogelijk de controledatum hieraan aanpassen. Naast de doseerkalender krijgt u apart een vakantiebrief toegezonden, zo mogelijk in de taal van het land waar u naartoe gaat.
In deze brief staan onder andere de laatste drie INR-uitslagen en doseringsadviezen en de reden van de behandeling. Hebt u in het buitenland medische hulp nodig, dan overhandigt u deze brief aan de betreffende instantie.
Wij proberen, als dit medisch verantwoord is, u voor de hele vakantieperiode een dosering te geven, zodat u zich niet extra hoeft te laten controleren.
Wanneer u zich tijdens uw vakantie toch moet laten controleren, ga dan in Nederland naar de dichtstbijzijnde trombosedienst en in het buitenland naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Adressen kunt u vinden op http://fnt.nl/patienten/buitenland-controle-adressen onder Ingang voor patiënten.
Wij adviseren u bij voorkeur de volgende procedure te volgen: u laat in een buitenlands laboratorium of ziekenhuis de stollingstijd bepalen in INR. (Het laboratoriumrapport met) de uitslag in INR faxt/ mailt u dezelfde of uiterlijk de volgende dag te naar ons. Indien u aangeeft naar welk buitenlands faxnummer of naar welk e-mailadres de nieuwe doseerkalender moet worden verzonden, zullen wij dat uiterlijk de volgende werkdag regelen.
Neem voldoende medicijnen mee en verdeel ze over uw handbagage.
Als u goed bent ingesteld met uw antistollingsmiddel mag u vliegen; ook langere vluchten zijn toegestaan. U moet wel toestemming hebben van uw behandelend specialist.
Het is belangrijk om tijdens de reis uw voeten uw voeten, benen en armen voldoende te bewegen. Loop een stukje (in het gangpad) om de 2 uur. Drink voldoende water, thee, vruchtensap. Geen koffie of alcohol drinken. Deze adviezen gelden ook voor lange auto-en busreizen.
Langdurig zonenbaden (zeker op het midden van de dag) is voor niemand goed. Wat betreft de trombose zelf zijn er in principe geen bezwaren. Bij twijfel kunt u overleggen met uw behandelend specialist.
In principe kunt u alles eten, Het is echter wel verstandig om zoveel mogelijk uw normale eetpatroon te handhaven. Grote veranderingen in het voedingspatroon kunnen de INR ontregelen. Vermijd grote hoeveelheden alcohol.
Met toestemming van uw behandelend specialist is saunabezoek toegestaan, maar niet tijdens de eerste twee maanden van de antistollingsbehandeling.
Nee. Bij gebruik van antistollingsmiddelen zijn duiken en diepzeeduiken niet toegstaan. Al op 5 meter diepte hebt u risico op oog- en oorbloedingen. U mag wel snorkelen aan de oppervlakte, tot een diepte van maximaal 3 meter.
Langdurig verblijf boven 3.000 meter vraagt om extra controle. Hoogteverschillen op zich vragen geen speciale aanpassing. Bent u langdurig boven een hoogte van 3.000 meter dan kan uw INR hoger worden en is extra controle wenselijk. Wees u bewust van het gevaar op ongevallen met risico op een bloeding -als u bergsporten beoefent.
Bij langdurig verblijf in een andere tijdzone is aanpassing wenselijk. Bij kortdurende tijdsverschillen kunt u zich het beste houden aan het voorgeschreven ritme en de tijden in Nederland.
Bij langdurig verblijf in een andere tijdzone kunt u beter uw tabletten innemen op hetzelfde moment van de dag (lokale tijd) als u Nederland gewend bent. Op deze manier is het vergeten van de tabletten minder waarschijnlijk.
Vraag zo snel mogelijk advies aan een arts. Darminfecties kunnen hevige diarree geven. In geval van diarree kan uw INR ernstig verstoord raken. Behandeling van de diarree is dus heel belangrijk. Ook de voorgeschreven geneesmiddelen kunnen de INR beïnvloeden. Vraag dus zo snel mogelijk advies aan een arts en meld hierbij dat u antistollingsmedicijnen gebruikt. Extra controle van de INR is noodzakelijk.
Sporten waarbij de kans op verwondingen aanwezig is, geven meer kans op ernstige bloedingen. Blijvende schade kan hiervan het gevolg zijn. Oriënteer u goed op de risico’s voordat u dit soort sporten gaat beoefenen.
Blijf altijd alert. De meeste mensen blijven lang genoeg bij de trombosedienst om een stabiele instelling te krijgen. Dat wil zeggen dat uw INR meestal binnen het streefwaarde-gebied valt en dat uw dosering niet erg veel verandert. Als u merkt dat ineens een sterk afwijkende dosering wordt voorgeschreven, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Te veel tabletten kunnen de INR verhogen en daarmee de kans op een bloeding. Te weinig tabletten kunnen de INR verlagen en daarmee de kans op een trombose. Neem dus ook op vakantie en bij een ziekenhuisopname altijd uw doseerkalender mee.
Ja, de hercontrole van trombosepatiënten gaat volgens de geplande afspraak door.
Indien u verkoudsheidsklachten en/of koorts heeft op de cotnroledatum, verzoeken wij u om contact op te nemen met de trombosedienst.
De jaarlijkse controle van patiënten die zelf meten, kan mogelijk wel verplaatst worden. Via Tropaz ontvangt u hierover bericht.
Op al onze afdelingen werken wij volgens de laatste richtlijnen van het RIVM.
Het is niet mogelijk om online een afspraak te maken. Neem eerst contact op met uw behandelend arts.